TRAVEL in TURKEY and IRAN

de grensovergang: van Turkije naar Iran

David Hielkema

6 december 2016

Het belooft een lange dag te worden. We zijn vroeg opgestaan en maken nog snel wat koffie to-go. Een vrachtwagenchauffeur, niet de eerste, komt naar ons toe om gedag zeggen. Hij praat geen Engels, wij geen Turks. Hij gebaart dat we moeten wachten en loopt terug naar zijn wagen. Eigenlijk hebben we haast, want we willen vroeg bij de grens zijn, maar we willen ook beleefd blijven.

De man komt terug met een witte plasticzak. Hij overhandigt deze en kijkt mij vol verwachting aan. Ik ben benieuwd en open de zak. Ik zie twee bevroren kippen. Twee bevroren kippen. Ik moet lachen en bedank hem vol enthousiasme. Josephine vermijdt mijn blik, om niet ook in lachen uit te barsten. Sta ik daar, net wakker, met twee bevroren kippen. Wat een begin van de dag.

Ik bied de genereuze man een kop koffie aan. Hij accepteert. Aangezien we niet echt kunnen communiceren met woorden, staan we wat ongemakkelijk bij elkaar als we de koffie opdrinken. De minuten gaan voorbij terwijl ieders blikken elkaar kruizen. De situatie is ietwat ongemakkelijk, maar tegelijkertijd raken we er langzamerhand ook gewend aan.

Iran. Oorlog. Derde wereld land. Anti-Westen.

Ons navigatiesysteem geeft aan dat we over 15 kilometer bij de grens zijn. We doen wat checks: Is de filmcamera opgeborgen? Ja. Onze GoPro? Ja. De gewone camera? Ja. De laptop? Ja. Hebben we de Carnet de Passage? Ja. De paspoorten? Ja. Internationaal voertuigbewijs? Ja. Internationaal rijbewijs? Ja. Ontbreekt er nog iets? De hoofddoek! Ja, die ligt binnen handbereik. Lange mouwen hebben we ook aan. En geen korte broek.

Nog 10 kilometer. Er staat een rij van vrachtwagens die tot in de verte doorloopt. Bijzonder, maar we sluiten niet er achteraan en kiezen ervoor om ze in te halen.

Nog 5 kilometer. We zijn allebei gespannen. Maar waarom eigenlijk? We hebben de juiste papieren en we hebben gelezen op het internet wat we kunnen verwachten. Rustig rijden we verder, al zijn we allebei een stuk alerter en kijken we met grote verbazing naar de honderden vrachtwagens die we passeren. De chauffeurs staan overal en nergens en kijken ons met net zo veel verbazing aan.

We komen aan bij de grens. Geen beweging. Vrachtwagens staan stil. De hekken zijn dicht. Waar moeten we naartoe? Wat is er aan de hand? Is de grens gesloten?

Al snel komen mensen op ons aflopen. Ik doe mijn raampje open en een man begint tegen me te praten. Of we geld willen wisselen. Nee, maar weet die wel waar we naartoe moeten? Er wordt gewezen naar het hek dat dicht is. Raar. Maar we rijden er op af en bij aankomst gaat het hek open. We worden doorgelaten en een officier gebaart waar we naartoe moeten rijden. Dat doen we, maar na enkele meters loopt het dood.

De man tegen wie ik eerder zei dat ik geen geld wil wisselen, is er snel bij. Hij wijst waar we wel naartoe moeten gaan. Ik volg braaf. Nu komen we inderdaad aan bij een check-point. Paspoorten laten we zien en we mogen weer doorrijden.

Iran. Dictatoren. Corruptie. Hoofddoeken. 

De man van het geld loopt vooruit. Er wordt gewezen waar we onze auto moeten parkeren, maar we negeren het. Verderop staat een Iraanse auto en wij zetten onze erachter. We hebben nog steeds geen idee wat we moeten doen en er is geen officier in de buurt die vertelt waar we naartoe moeten. We pakken onze paspoorten, stappen uit, doen de deuren op slot, zeggen wederom tegen de man dat we geen geld willen wisselen en lopen naar het enige gebouw waar we mensen zien.

Er zijn honderden mensen. Wat is hier aan de hand? Ik vraag het aan iemand en krijg als reactie: “No system”. Ja, wij zien ook wel dat hier geen systeem in zit. Niemand helpt ons. Geen rij, geen politie, geen militairen, veel gepraat en veel gestaar naar ons. Wat voelen we ons op dat moment onzeker. Niet weten hoe het gaat en wat te doen.

Na tijdje zien we eindelijk een politieman zitten, we lopen er naartoe en vragen, lichtelijk in paniek, vooral onzeker, wat we moeten doen. Hij roept iemand anders erbij en deze man begint in het Engels te praten. Het blijkt dat het internet kapot is en het systeem het daarom niet doet. Aha, “No system”…

Er zit niks anders op dan terug te gaan naar de auto, waar we zullen moeten wachten.

Iran. Geen vrouwenrechten. Geen muziek in publieke ruimtes. Geen alcohol.

Terwijl de wolken zich boven ons verzamelen, het steeds donkerder wordt, we de eerste regendruppels op onze ruiten zien vallen en we verwachten dat we de nacht spenderen bij de grens, zien we eindelijk beweging. Na drie uur wachten lijkt het systeem weer in orde te zijn. We stappen onze auto uit en rennen naar binnen. Nog meer chaos. Iedereen wil als eerst geholpen worden, maar er is maar één hokje open. Eén officier voor honderden mensen. Wij willen ook als eerste geholpen worden. Daarnaast: we zijn als één van de weinige met een auto. En we begrijpen de taal niet. Dan mag je toch een beetje voordringen? Via de zijkant, naast een hek, lopen we langs iedereen heen. Wanneer de man in het hokje opkijkt, herkent hij ons van eerder. Na nog een paar anderen geholpen te hebben, vraagt hij om onze paspoorten. De mensen om ons heen lijken niet heel blij met ons te zijn. Terecht.

We krijgen onze stempels. Ik moet naar de auto, Josephine moet de grens alleen doorlopen. “We zien elkaar in Iran, lieverd. Succes!”, roep ik.

Iran. Olie. Tapijten. Saffraan

In Iran zien we elkaar inderdaad een luttele vijf minuten later weer. Alles gaat verbazingwekkend makkelijk, behalve dan wat betreft de Carnet de Passage. Iran is het eerste land waar we gebruik moeten maken van de Carnet en dus zouden we moeten opletten dat alles goed gaat. In realiteit is het hele proces één en al onduidelijkheid, maar waar we amper wat voor hoeven te doen.

We kunnen de mensen die hier werken niet onderscheiden van de mensen die je helpen voor geld. We lopen naar tien hokjes, zonder te begrijpen wat we er nou eigenlijk doen. Dan zijn we klaar om te gaan opeens. De man die ons geholpen heeft vraagt nog om wat dollars, maar wanneer ik nee zeg, vraagt hij niet door. We rijden weg.

En dan zijn we Iran. De zon is al ver onder en het regent. We bevinden ons direct in de chaos van het verkeer. Getoeter overal, groot licht aan. Waar gaan we naartoe? Waar gaan we slapen? IRAN, wat doen we hier? We hebben geen idee hoe het landschap eruit ziet. Het is koud buiten. Maar wat allebei voelen is een euforisch gevoel. We zijn in Iran.

Oorlog. Derde wereldland. Anti-Westen.
Geen vrouwenrechten. Verboden om te dansen. Geen alcohol.
Dictatoren. Corruptie. Hoofddoeken.
Olie. Tapijten. Saffraan.

En al die vooroordelen? Dat moeten we nog maar eens zien.

Mochten jullie willen in detail willen weten hoe grensovergang verliep en wat er allemaal bij komt kijken (bijvoorbeeld omdat je het zelfde wil doen), lees dit dan hier.

Voor reacties of vragen verwijs ik jullie terug naar de Engelse versie van dit artikel.

STORY

THE NIGHT BEFORE WE CROSSED THE IRANIAN BORDER

VIDEO

SHOWING OUR HOME

STORY

DRIVING THROUGH TURKEY:
WHAT WE LIKED AND DID NOT LIKE