TRAVEL in TURKEY

30 uur uit ons leven

David Hielkema

22 oktober 2016

De muziek staat hard aan, ik zit onderuit gezakt in de auto en Josephine heeft ondanks de haarspeldbochten het gaspedaal gevonden. ‘Het gaat wel erg snel’, zeg ik net hard genoeg en op een chagrijnig toon. Josephine kijkt mij aan. De sfeer in de auto is om te snijden.

Waarom ik zo chagrijnig ben, kom ik later op terug. Eerst naar het begin van de dag, of eigenlijk naar de avond van de dag ervoor.

We zijn aangekomen in het dorpje naast Pamukkale. Het is laat in de middag en het duurt niet lang meer voordat de zon ondergaat. Ondertussen is het de locals ook op gevallen dat Nederlandse toeristen gearriveerd zijn, want er wordt druk naar ons gezwaaid en geroepen. Een man op de scooter zet zelfs de achtervolging in, terwijl wij het dorp al bijna uit zijn, om te vragen of we in zijn hotel willen slapen. Onze plannen zijn echter anders en een hotel komt daar niet aan te pas. Ons plan is om te slapen in de wildernis.

Net nadat de man op de scooter teleurgesteld is omgekeerd, valt ons oog op een zijweg. Het is een onverharde weg en het ziet er enigszins steil uit, maar met onze auto moet dat wel lukken. Bij de eerste poging komen we niet verder dan enkele meters voordat de motor uitvalt. Er zitten in de weg meer hobbels en groeven dan verwacht, bovendien blijkt het ook een stuk steiler te zijn. Gelukkig is er nog de 4WD modus. Zonder al te veel problemen tuffen we naar boven (en wat een ongelooflijk lekker gevoel geeft dat, zo’n 4WD met zoveel kracht), maar eerlijkheid gebied te zeggen dat het wel even spannend was. Josephine dacht op een moment dat de auto echt ging steigeren.

Waar we bovenkomen is het prachtig. We kijken uit op Pamukkale, de zon is aan het ondergaan en al snel komen we op de ideale plek om wild te kamperen. Samen genieten we van het uitzicht, eten we heerlijk onder de sterrenhemel en reflecteren we op de dag.

 

Het uitzicht, achter ons dan.

De volgende ochtend staan we vroeg op. Pamukkale staat op het programma en hoe vroeger wij er zijn, des te minder toeristen die ons uitzicht verpesten. Josephine maakt het ontbijt en ik bouw de tent af. Daarna zet ik koffie voor ons. Zoals altijd maak ik de koffie veel te sterk. De cafeïne stroomt door onze lichamen. Al stuiterend, met de buiken gevuld door de havermout, stappen we in de auto. Ik rijd de steile helling rustig af en enkele luttele minuten later komen we aan bij het “Kasteel van Katoen”.

Pamukkale zelf is prachtig. Het is een natuurfenomeen en door de grote hoeveelheid kalk dat in het water zit, en andere natuurprocessen waar ik jullie niet mee lastig ga vallen (en zelf ook niet helemaal begrijp), ontstaat er witte berg die van veraf te zien is. Vandaar de naam “Kasteel van Katoen”.  Zelf vind ik het meer op een bevroren waterval lijken. Hoe dan ook, er zijn voor de toeristen nieuwe nep-terrassen met warm water aangelegd, waar we met genoegen gebruik van maken.

Nadat onze handen steeds meer beginnen te rimpelen en het aantal toeristen aanzienlijk toeneemt, besluiten we om weg te gaan. Iets verderop, waar weinig water stroomt, maar nog wel natuurlijke terrassen zijn, is geen toerist te bekennen. In de stralende zon gaan we zitten, drogen op, eten onze lunch en pakken onze boeken erbij. Ik raak verdwaald in Colombia door ‘Liefde in tijden van cholera’, terwijl Josephine rondreist in India door het boek ‘Shantaram’.

“Vrijheid is hetgeen wat we willen, waar we in zekere zin opzoek naar zijn, maar ook deze medaille heeft een keerzijde.”

De dag is goed. Vroeg opgestaan, een heerlijk warm bubbelbad en we zitten in de zon met ons boek. Wat kan iemand zich nog meer wensen? 

Ondanks dat we genieten en ontspannen, besluiten we weg te gaan. Tot dusver was er een plan, maar wat nu? Er zijn nog wat ruïnes die we kunnen bekijken, maar hebben we daar behoefte aan? Wèèr ruïnes… Nee, daar hebben we geen zin in. Ook zijn er nog andere baden waar we in kunnen gaan liggen, maar daar moet extra voor worden betaald. Ook dat slaan we over. We zijn toch zeker geen toeristen en we willen toch al helemaal niet met die toeristen badderen?

Het is één uur ’s middags en we lopen naar de uitgang van het park. Iets later stappen we de auto in en Josephine gaat achter het stuur zitten. Maar wat gaan we nou eigenlijk doen?

Ter informatie: Pamukkale ligt op enkele ruïnes na een beetje in the middle of nowhere (aldus de boekjes en het internet). We hadden onze douche al gehad en onze jerrycans waren gevuld met water, dus we waren klaar voor nog een nacht wildkamperen. Terug naar de kust wilde we hoe dan ook, dus dan maar die kant op rijden. Alleen gaan we dan via de snelweg of via één van de andere wegen? Keuzes, elke keer weer. En soms is dat lastig. Ja lezers, dit zijn de “grote vragen” waar wij dagelijks mee worstelen.

Ergens op een verfrommeld papiertje stonden nog wat kampeertips van een Turkse Australiër die we eerder hadden leren kennen.  Josephine vond het papiertje en het plekje Akyaka stond er op. De plek was ideaal voor ons, aangezien het en halverwege onze route terug richting de kust lag en we daardoor de kleine wegen konden nemen.

De weg hier naartoe is prachtig. Al rijdende door kleiner dorpjes worden we met grote verbazing door de lokale bevolking aangestaard. We rijden door bossen, door bergen en door weilanden. Het is er stil, de wegen zijn slecht en klein en we komen langzaam dichter bij onze bestemming. Maar ondanks de schoonheid en wat er allemaal gebeurt, slaat mijn humeur steeds verder om. Ik vraag me tegelijkertijd ook af waar we nou eigenlijk heengaan, aangezien hier vooral veel niets is.

De koffie, die vanmorgen nog zo krachtig door ons lichaam vloeide, is met een rap tempo aan het afnemen. Het is warm in de auto, we rijden op het heetst van de dag, en er is geen eten meer binnen handbereik. Maar ook het niet weten waar we naartoe gaan, de onzekerheid, geeft spanning. Vrijheid is hetgeen wat we willen, waar we in zekere zin opzoek naar zijn, maar ook deze medaille heeft een keerzijde.

We komen aan in het dorpje. Of dorpje, het zijn niet meer dan drie huizen. En we zien, ver beneden ons, ook het meer. Het water is gezakt en het lijkt niet op een plek waar we kunnen kamperen. Het is niet wat we in gedachte hebben. Op ons navigatiesysteem zoeken we naar eventuele andere kampeerplekken, maar ook daar kunnen we niks vinden. Ergens, zo dicht bij het water als mogelijk is, stoppen we met rijden voor een korte evaluatie.

Josephine leent een boekje bij de bilbiotheek in Efeze

Zoveel moois als we zien en doen, zo vrij als we zijn… Soms is reizen vermoeiend. En zeker wanneer je samen bent, de hele tijd op elkaars lip, kan de ander daar wel eens de dupe van worden. Gelukkig zijn we het van elkaar gewend en lost het zich vaak snel op. Ook nu, nadat we gestopt zijn, een zak chips achter de kiezen hebben en Josephine erg rustig is gebleven, trekt mijn humeur weer wat bij. En ook al was het plekje alles behalve een plek waar we konden slapen, de route er naartoe was fenomenaal. Dat kan ik niet ontkennen, ondanks mijn chagrijnigheid.

Omdat we ook nog wat boodschappen moeten doen, gaan we al snel door met rijden. Ik kruip achter het stuur en een klein half uur later stoppen we in één van de dorpjes waar we weer door iedereen worden aangestaard. We kopen wat we nodig hebben en gaan bij een café zitten voor een kop koffie. Ter ontspanning spelen we snel nog een spel backgammon. Josephine, zoals wel vaker als enige vrouw te midden van alle mannen op het terras, verslaat me voor de zoveelste keer. Wanneer ik om de rekening vraag, verbaas ik mij over het bedrag van slechts dertig euro cent voor twee Turkse koffie. We moeten vaker stoppen in zulke dorpjes.

We stappen weer in de auto, ik ondertussen een stuk vrolijker, en we besluiten naar de kust te gaan. Het plan van wildkamperen is er nog steeds, alleen hebben we nu wel een probleem: het is donker aan het worden. En in het donker iets vinden, voelt een stuk onprettiger. Aangekomen bij de kust zien we weer de naam Akyaka verschijnen. Dat is bijzonder, twee dorpen die dezelfde naam hebben? Later horen we dat een dorp of stad vaak vernoemd wordt naar hetgeen waar het op lijkt. Het zijn letterlijke vertalingen. Akyaka betekent dan ook ‘Witte hoek’. Er kunnen nog kennelijk dus tig Akyakas bestaan. Gelukkig voor ons lag deze Akyaka precies op de juiste plek. Toeval?

We zoeken in het donker naar een plek om te kamperen, maar tevergeefs. Gelukkig zien we deze keer wel op ons navigatiesysteem een kampeerplek, weliswaar betaald. Eieren voor ons geld kiezen? Dat doen we. We rijden er naartoe en ik zet snel de tent op. Josephine kookt, het is half acht, en rond half negen zijn we onze boeken aan het lezen. Ik stel voor, het is immers zaterdagavond en we zien veel jongeren om ons heen, dat we naar het dorpje gaan om iets te drinken. Josephine is het ermee eens. Anderhalf uur later, zonder ook maar enige aanstalten gemaakt te hebben om weg te gaan, staat Josephine op om naar bed te gaan. We zeggen niet veel meer en snappen allebei dat we te moe zijn om uit te gaan. Uitgaan doen we wel in Zuidoost Azië.

Dank allemaal voor het lezen.
Voor reacties, altijd welkom, verwijs ik jullie terug naar de Engelse versie van dit artikel.

STORY

SURVIVING THE BALKANS

VIDEO

SHOWING OUR HOME

PHOTOGRAPHY

ISTANBUL, TURKEY